Voeding en depressie

zondag 19-januari-2020

Voeding helpt bij depressie

Een op de zeven mensen wordt op een bepaald moment in zijn leven getroffen door een depressie. Onderzoekers aan de James Cook University in Australië onderzochten de effecten van vis of fastfood op depressie en vonden een duidelijk verband.

Een op de zeven mensen wordt op een bepaald moment in zijn leven getroffen door een depressie. Depressie lijkt gekoppeld aan bepaalde voedingsgewoonten, maar wordt tevens in verband gebracht met sociale- en omgevingsfactoren. Dit maakt het een complex onderzoeksgebied.


Onderzoek

Onderzoekers van de James Cook University in Australië onderzochten het verband tussen depressie en de hoeveelheid gegeten vis en fastfood. Ze onderzochten de inwoners van twee verschillende Straat Torres-eilanden, één waar fastfood verkrijgbaar is en een kleiner eiland, waar geen fastfoodketens gevestigd zijn. 

Op elk eiland werden 100 bewoners naar hun dieet gevraagd, hun niveau van depressie werd gescreend en er werden bloedmonsters geanalyseerd. Mensen op het kleinste eiland rapporteerden, zoals verwacht, een significant hogere consumptie van zeevruchten en een lagere inname van fastfood. 


Resultaten 

Uit het onderzoek bleek dat negentien deelnemers matige tot ernstige depressieve symptomen hadden: zestien daarvan leefden op het eiland mét fastfood-ketens. Degenen met depressieve symptomen bleken niet alleen jonger, maar rapporteerden tevens een hogere afname van fastfood.

Uit analyse van de bloedmonsters bleek dat er verschillen waren tussen de niveaus van vetzuren bij de mensen die op de verschillende eilanden woonden, waarbij een hogere omega-6/3-ratio in het bloed werd gevonden bij de bewoners van het fastfood-eiland. Op beide eilanden werd een  hogere omega-6/3-ratio geassocieerd met matige tot ernstige depressiescores. 


Omega-6/3-ratio

Meervoudig onverzadigde vetzuren behoren tot de essentiële voedingsstoffen. Ze bestaan uit omega-3-vetzuren (alfa-linoleenzuur in lijnzaadolie en koolzaadolie en daaruit gevormde metabolieten zoals EPA en DHA in zeevoedsel) en omega-6 vetzuren (linolzuur uit plantaardige oliën en vetten, arachidonzuur uit vlees en GLA). In de huidige Westerse voeding is de verhouding tussen omega-6- en omega-3 vetzuren ongeveer 15-25:1, terwijl een verhouding van circa 5:1 tot 1:1, zoals in een traditioneel dieet, wenselijk is.

 

Conclusie

De bewoners van het kleinste eiland, zonder fastfoodketens, consumeerden meer vis en hebben een lagere omega-6/3 ratio in het bloed. Dit betekent een meer traditionele verdeling van de vetten in de voeding, waarbij omega-3 meer evenredig wordt geconsumeerd met omega-6. Deze deelnemers hadden beduidend minder depressieve klachten dan de inwoners van het grotere eiland. Bovenstaande gegevens suggereren dat een dieet dat rijk is aan omega-3, geleverd door zeevruchten, en minder rijk is aan omega-6, effectief kan zijn in de strijd tegen depressie. Ook suppletie met omega-3-vetzuren (EPA en/of DHA) kan uitkomst bieden.

 

Referenties

• Berger M, Taylor S, Harriss L, Campbell S, Thompson F, Jones S, Makrides M, Gibson R, Amminger G.P, Sarnyai Z & McDermott R (2018) Cross-sectional association of seafood consumption, polyunsaturated fatty acids and depressive symptoms in two Torres Strait communities, Nutritional Neuroscience, DOI: 10.1080/1028415X.2018.1504429

• Sánchez-Villegas A, Verberne L, De Irala J, Ruíz-Canela M, Toledo E, Serra-Majem L, et al. (2011) Dietary Fat Intake and the Risk of Depression: The SUN Project. PLoS ONE 6(1): e16268. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0016268

https://www.naturafoundation.nl/kenniscentrum/monografie/?monografieid=58

https://medicalxpress.com/news/2018-10-firms-diet-depression-link.html