Een voldoende hoge bloedwaarde vitamine D op middelbare leeftijd blijkt gerelateerd aan een beter geheugen op latere leeftijd. Dit geldt in ieder geval voor personen met een laag opleidingsniveau, aldus de onderzoekers in JAMA Neurology. Er werden gegevens gebruikt over de bloedwaarden vitamine D3 bij 1009 personen tussen de 45 en 60 jaar.
Bij personen met een laag opleidingsniveau werd een significante relatie gevonden tussen de vitamine D-spiegel en het kortetermijngeheugen en werkgeheugen. Hoe hoger de vitamine D-spiegel op middelbare leeftijd, hoe beter het geheugen op hogere leeftijd.
Andersom blijkt een tekort aan vitamine D bij ouderen gerelateerd aan een versnelde cognitieve achteruitgang. De wetenschappers onderzochten een groep van 382 ouderen met een gemiddelde leeftijd van 76 jaar. De proefpersonen werden gemiddeld gedurende vijf jaar gevolgd. Aan het begin werd de vitamine D-status bepaald en jaarlijks werd het cognitief functioneren gemeten.
Bij aanvang van de studie had de helft van de deelnemers een normale cognitie. Bij ongeveer 17 procent was er sprake van dementie en bij 33 procent van verminderd cognitief functioneren. De gemiddelde vitamine D-spiegel bedroeg 49 nmol/L. Bij 26 procent van de proefpersonen was sprake van een vitamine D-tekort (<30 nmol/L) en bij 35 procent van een inadequate vitamine D-spiegel (30 tot 50 nmol/L).
Het bleek dat de gemiddelde vitamine D-spiegel in de dementiegroep significant lager was in vergelijking met de groep personen met een verminderde of goede cognitie. Bij een vitamine D-tekort gingen bepaalde geheugenfuncties twee tot drie keer sneller achteruit dan bij een adequate vitamine D-status (80 nmol/L of meer).
Het is dus extra belangrijk om goed te letten op de vitamine D-status bij mensen van middelbare leeftijd en ouderen, bijvoorbeeld met behulp van een bloedtest.