Maakt mindfulness empathisch?

zondag 26-november-2017

Mindfulness is een goede manier om de ervaring van stress te verlagen en concentratie te versterken. Maar werkt het net zo goed op compassie, empathie en inlevingsvermogen? Onderzoek van het Max Planck instituut laat zien dat ons sociale brein beter vaart bij een andere oefenvorm.

 

Er komt steeds meer en beter onderzoek naar het effect van mind-bodytechnieken op stress, geestelijke gezondheid en neuroplasticiteit. De resultaten worden in de media echter vaak onder de brede noemers ‘meditatie’ of ‘mindfulness’ geplaatst. In werkelijkheid kan het dan gaan om zeer uiteenlopende oefentechnieken.

 

Recent onderzocht het befaamde Max Planck instituut (DE) wat de verschillende technieken precies doen voor onze hersenen. Het onderzoek laat zien dat de ene techniek beter is voor het aanscherpen van het concentratievermogen en de andere beter is voor het beperken van ervaren sociale stress. Met dit onderscheid zou het makkelijker kunnen worden om de juiste mind-bodytechniek te kiezen voor je patiënt.

 

Intensief onderzoek

Gedurende drie maanden oefenden drie verschillende groepen een andere techniek. Ze deden dit zes dagen per week een half uur per dag. De eerste groep trainde volgens het gestandaardiseerde Mindfulness-Based Stress Reduction Programme. De andere twee trainden klassieke meditatie inclusief partneroefeningen. De partneroefeningen verschilden per groep, maar waren allebei een vorm van contemplatieve dyaden. Bij contemplatieve dyaden stellen twee personen zich open en beschouwelijk naar elkaar op.

 

Bij de groep die de Mindfulness-Based Stress Reduction Programme deed werd ademhalingsmeditatie beoefend en werd op sensaties gericht in het lichaam (body scan) of daarbuiten op visuele of auditieve stimuli. Bij het doen van de oefeningen was elke deelnemer alleen.

 

Bij de eerste groep die partneroefeningen deed werd klassiek gemediteerd. Ook moesten ze op dit gebied een nieuwe techniek aanleren welke ze elke dag tien minuten moesten oefenen. De contemplatieve dyade bestond uit compassie, empathisch luisteren, dankbaarheid en omgaan met moeilijke emoties. Er werd daarbij intensief gecommuniceerd over dagelijkse affectieve ervaringen.

 

Bij de tweede groep die partneroefeningen deed werd eveneens klassiek gemediteerd. Daarnaast richte men zich vooral op metacognitie en verplaatsing in de ander. Daarbij moest men bij zichzelf het perspectief herkennen van bijvoorbeeld “de bezorgde moeder” of “het innerlijke kind”. Op deze manier zou het makkelijker zijn om zich in de ander te verplaatsen.

 

Wat werd er gemeten?

Voor en na het onderzoek werden psychologische tests afgenomen en een MRI gemaakt. Ook werden stressmarkers gemeten, waaronder cortisol. De resultaten waren opvallend:

 

Bij mindfulness

+ nam de cortex toe in gebieden voor aandacht en executieve functies

+ werden betere resultaten gemeten op taken die aandacht en executieve functies vereisen

+ nam de ervaring van stress af

- gingen compassie en het zichzelf kunnen verplaatsen niet vooruit

- gingen de sociale vaardigheden er niet op vooruit

- was cortisol na een sociale stressor verhoogd

 

Bij contemplatieve dyaden

+ nam de neuroplasticiteit in de sociale gebieden van de cortex toe

+ gingen sociale vaardigheden erop vooruit

+ gingen compassie en het zichzelf kunnen verplaatsen erop vooruit

+ nam de ervaring van stress af

+ was cortisol na een sociale stressor ook werkelijk significant lager

-  nam de cortex niet toe in gebieden voor aandacht en executieve functies

-  werden geen betere resultaten gemeten op taken die aandacht en executieve functies vereisen

 

Interpretatie van de resultaten

De onderzoekers: "Alleen de twee modules waarbij werd gericht op sociale vaardigheden was de cortisolaanmaak significant lager in reactie op een sociale stressor. We speculeren daarom dat de stressreactie vooral werd beïnvloed door de dyadische oefeningen in de sociale modules.

 

De dagelijkse ontboezeming van persoonlijke informatie aan een vreemde, gekoppeld aan een niet-oordelende, empathische luisterhouding van de partner binnen de dyaden zou de deelnemers “immuun” gemaakt kunnen hebben tegen de angst voor sociale schaamte en afwijzende oordelen van de ander. Dit is normaal gesproken een sterke trigger voor sociale stress.”

 

Met deze informatie kun je gerichter kiezen voor oefeningen die het best passen bij je cliënt. Heeft hij of zij vooral problemen met concentreren op bijvoorbeeld het werk of studie? Dan kan mindfulness waardevol zijn. Maar is er vooral sprake van sociale angst, moeite met praten over gevoelens of het omgaan met sociale stress, dan zijn de contemplatieve dyaden wellicht een beter idee.

 

Bron

S.L. Valk el al., Structural plasticity of the social brain: Differential change after socio-affective and cognitive mental training, Science Advances (2017).